Identificatie van runderen
Runderen moeten geïdentificeerd worden met behulp van oormerken. Welke dieren krijgen een oormerk en wanneer? Hoe bestel je deze oormerken? En wat als er een oormerk verloren gaat?
Elk kalf moet binnen de zeven dagen na de geboorte worden gemerkt (= eerste identificatie). Als een dier een oormerk verliest, moet het een nieuw oormerk krijgen.
Er zijn verschillende types oormerken op de markt die in bepaalde gevallen kunnen of moeten gebruikt worden. Een overzicht van alle beschikbare oormerken vind je op de tarievenpagina. Al deze oormerken kun je bestellen bij DGZ.
Oormerken met BVD-oorweefselstaal
Sinds de start van het BVD-programma in 2015 gebruikt het merendeel van de veehouders oormerken met BVD-oorweefselstaal. Op de webpagina met beschikbare oormerken (zie tarievenpagina) staat duidelijk vermeld welke types hiervoor bestemd zijn.
Elektronische oormerken
Je kan ook kiezen voor elektronische oormerken voor het identificeren van je dieren. De elektronisch ingebouwde chip in deze oormerken heeft louter een functie als dierherkenning op systemen die dergelijke chips kunnen uitlezen (melkrobot, krachtvoederautomaat …).
Neem contact op met de leverancier van je systeem om te weten of jouw installatie dieren automatisch kan herkennen aan de hand van elektronische oormerken en welk type oormerken je hiervoor best gebruikt.
Elektronische oormerken kan je enkel plaatsen met de rode universele TTU-tang van Allflex. Je plaatst ze bij voorkeur in het linkeroor van het dier in lijn met het Europees advies.
In deze handleiding staat hoe je een elektronisch oormerk plaatst.
Wens je over te schakelen naar elektronische oormerken? Dan kan je ofwel gaandeweg starten bij je kalveren met het plaatsen van deze oormerken, of je kan kiezen om een deel van of je volledige bedrijf in één keer om te schakelen. Neem in dit geval contact op met de helpdesk voor de te volgen stappen.
Wat doe je als een dier een oormerk verliest?
> Het dier heeft één oormerk verloren:
Als een dier één oormerk verliest, bestel je binnen de zeven dagen na de vaststelling een hermerking met hetzelfde nummer als het overblijvende oormerk. Deze hermerking plaats je binnen de zeven dagen na ontvangst.
Is het niet haalbaar om de hermerking binnen de 7 dagen na ontvangst te plaatsen, dan kan je dit bij je bestelling via Veeportaal aangeven of je kunt dit melden aan de DGZ helpdesk als je je bestelling door DGZ laat registreren. Wanneer de hermerking uiteindelijk toch wordt geplaatst, informeer je de DGZ helpdesk hierover (helpdesk@dgz.be) zodat we de status van het dier terug kunnen aanpassen en het dier terug kan worden verhandeld. Voor de aanpassing van de status van het dier wordt een registratiekost aangerekend.
Enkel dieren voorzien van beide oormerken kunnen verhandeld worden. De enige uitzondering hierop is wanneer je een dier met één oormerk rechtstreeks afvoert naar een binnenlands slachthuis. In dit geval kun je een slachthuisetiket gebruiken als je nog een verplaatsingsdocument gebruikt. Je mag steeds een beperkt aantal slachthuisetiketten in voorraad hebben op je beslag. Vertrekt je dier digitaal, dus zonder verplaatsingsdocument, dan registreer je dit in je vertrekmelding door "1 oormerk verloren" aan te vinken. Weet dat een dier met één oormerk waarvoor je dit registreert of dat vertrekt met een slachthuisetiket alleen binnen de dag rechtstreeks naar het slachthuis kan.
Een slachthuisetiket bestaat uit een geel en wit etiket. Het gele etiket kleef je op de voorzijde van het paspoort, het witte etiket kleef je op het vertrekluik. Bij het registreren van de vertrekmelding van dit dier, registreer je ook het nummer van het witte etiket.
Slachthuisetiketten bestel je bij voorkeur via Veeportaal (zie handleiding 'Bestelling registreren'). (Alternatief kan je gebruikmaken van onze bestelbon. DGZ verwerkt dan je registratie en rekent hiervoor een registratiekost aan.)
> Een rund heeft beide oormerken verloren:
In dit geval stal je het dier onmiddellijk op en verwittig je DGZ. Een DGZ-medewerker komt vervolgens ter plaatse om het register en de identificatiedocumenten te vergelijken met de aanwezige veestapel. Zo kan de DGZ-medewerker vaststellen om welk dier het gaat en een verantwoordingsdossier opstellen voor de identificatie van het dier zonder oormerken.
Dit dossier wordt overgemaakt aan het FAVV voor advies. Na gunstig advies komt de DGZ-medewerker tijdens een tweede bezoek de oormerken plaatsen. De kosten van beide bezoeken zijn ten laste van de veehouder.
Hoe bestel je oormerken?
Bij voorkeur bestel je de oormerken via Veeportaal (zie handleiding 'Bestelling registreren').
Alternatief kan je gebruik maken van onze bestelbon. DGZ verwerkt dan je registratie en rekent hiervoor een registratiekost aan.
Houd steeds rekening met een maximale leveringstermijn van vier weken voor oormerken voor eerste identificatie (primo-oormerken) en twee weken voor hermerkingen.