Dit weekend voeren we verbeteringswerken uit aan onze ICT-infrastructuur. Hierdoor is DGZ Online niet beschikbaar van zaterdag 22 februari om 12.00 uur tot zondag 23 februari om 12.00 uur. Onze website en Veeportaal blijven wel operationeel. Tenzij er onverwachte problemen opduiken, kun je aanstaande zondagmiddag vanaf 12.00 uur terug gebruik maken van DGZ Online. Helaas is het momenteel nog steeds niet mogelijk om jouw BPV's te raadplegen. Heb je toch een BPV nodig? Neem dan contact op met onze helpdesk. Onze excuses voor het eventuele ongemak.

078 05 05 23

 

Hoe jonger de dieren hoe gevoeliger voor infecties, pasgeboren biggen in de kraamstal zijn dus de meest gevoelige diergroep op een varkensbedrijf. Om spreiding van infecties van zeug naar big en tussen tomen biggen onderling te beperken, kun je volgende maatregelen nemen:

  • Was zeugen vooraleer ze te verhuizen naar de kraamstal. Op die manier wordt het risico op overdracht van ziektekiemen via de huid en uier van de zeug naar haar biggen beperkt.
  • Zorg dat elke big voldoende biest kan opnemen bij voorkeur bij de eigen moederzeug, verleg daarom ten vroegste 12 uur na werpen.
  • Verleg zo weinig mogelijk, enkel indien dit strikt noodzakelijk is en binnen de 48 uur na werpen.
  • Beperk het aantal behandelingen/manipulaties bij de biggen in het kraamhok.
  • Manipuleer eerst de gezonde tomen en dan pas eventuele zieke tomen.
  • Gebruik per toom een nieuwe naald.
  • Maak bij chirurgische castratie gebruik van twee mesjes waarbij telkens één mesje in de ontsmetting wordt geplaatst.
  • Speen de biggen niet te vroeg. Alhoewel het onder bepaalde voorwaarden wettelijk is toegelaten, is het niet optimaal om biggen op 21 dagen leeftijd te spenen. Door ze op latere leeftijd te spenen, krijg je gezondere en meer weerbare dieren die minder geneesmiddelen nodig hebben.
  • Werk strikt all-in/all-out per kraamafdeling.
  • Reinig en ontsmet de kraamstal na elke ronde (zie pagina Reinigen en ontsmetten).