Clostridium perfringens
Het bloed of enterotoxaemie, veroorzaakt door darmtoxines van Clostridium perfringens, treft vooral jonge en snel groeiende lammeren. De meeste uitval vindt plaats bij dieren van drie tot tien weken oud. Ook onder goed gevoerde dieren van een half tot één jaar oud vallen regelmatig slachtoffers.
Ziekte
Clostridium-sporen zijn frequent terug te vinden in de dunne darminhoud bij gezonde dieren. De normale dunne darm is een ongunstig milieu voor Clostridium perfingens. Opdat ziekte zou ontstaan, moeten predisponerende factoren aanwezig zijn die een uitgebreide kiemvermeerdering ter hoogte van de dunne darm mogelijk maken.
De aandoening wordt in de hand gewerkt als schapen voer eten met een ruime koolhydraat-eiwitverhouding en weinig structuur. Te veel melk drinken of een te snelle overgang naar weiden met jong en eiwitrijk gras kan hetzelfde resultaat hebben (vandaar de benamingen ‘weeldeziekte’ en ‘overeating disease’ die ook wel gebruikt worden voor deze ziekte). Hetzelfde geldt voor een plotselinge voerverandering, waarbij de pensflora zich niet snel genoeg kan aanpassen.
Symptomen
Het verloop is meestal zo snel dat er geen verschijnselen worden gezien: de dieren worden dood aangetroffen. Nog levende dieren kunnen niet meer normaal lopen, vallen neer en maken fietsende bewegingen. Daarbij wordt de kop meestal achterover gehouden.
Preventie en behandeling
Behandeling
Een behandeling komt bijna altijd te laat.
Preventie
Vermijd plotselinge voerveranderingen.
Vaccinatie (Covexin 10, Schering Plough en Miloxan, Merial) van de moederdieren en de lammeren is mogelijk.