Botulisme
Botulisme wordt in Europa beschouwd als een opkomende ziekte bij dieren. Bij gebrek aan een adequate behandeling, moet onze aandacht uitgaan naar preventie. Als eerste stap is het noodzakelijk om de intoxicatiebronnen van botulisme op te sporen en te elimineren.
De uitbraken van botulisme op verschillende rundveebedrijven in Vlaanderen tonen duidelijk aan dat de ziekte ook in onze contreien voorkomt. De klimaatopwarming met warmere zomers doet het risico op botulisme verder toenemen.
De gevolgen ervan zijn voor de getroffen rundveehouders niet te overzien: ze worden geconfronteerd met massale sterfte van dieren, blokkeringsmaatregelen door het FAVV en zware inkomensverliezen.
Botulisme is een aangifteplichtige ziekte
Risicobedrijven
De combinatie van pluimvee en runderen op eenzelfde bedrijf houdt een ernstig gezondheidsrisico in. Een strikt gescheiden bedrijfsmanagement voor elk van beide diersoorten is dan ook een absolute must.
Verder zijn onze moderne, hoogtechnologische bedrijven extra gevoelig voor botulisme. Dergelijke bedrijven beschikken over een geavanceerd machinepark van maaiers en hakselaars met grotere maaibreedtes, en gebruiken mengvoederwagens. Het botulismetoxine kan zich op deze manier vlot over de ganse koppel verspreiden.
Bij de risicobedrijven vinden we ook bedrijven die aan ruwvoederwinning doen in natuurgebieden of gebieden met veel wild (van grofwild tot waterwild).
Symptomen
Dieren die door het botulismetoxine vergiftigd zijn, vertonen een progressieve verlamming, beginnende aan de achterhand.
Afhankelijk van de dosisopname kunnen dieren heel snel sterven of pas na enkele weken. Is dit laatste het geval, dan zijn het vooral de algemene verzwakking en dehydratatie die tot de dood leiden.
De dieren kunnen nog ziek worden tot maximaal drie weken na het wegnemen van de besmettingsbron.
Diagnose
De diagnose gebeurt vooral op basis van de symptomen en de resultaten van de risicoanalyse. Daarnaast is het belangrijk om te proberen het toxine en/of de bacterie aan te tonen in diermonsters (mest, lever, pensinhoud) en voedermonsters.
Botulismeonderzoek is echter niet zo eenvoudig. Een negatief laboratoriumresultaat sluit botulisme daarom nog niet uit!
Preventie en behandeling
Botulisme is een aangifteplichtige ziekte en bij vermoeden dient steeds de lokale controle-eenheid (LCE) van het FAVV geïnformeerd te worden.
Bij een uitbraak van botulisme is het uitermate belangrijk om eerst en vooral de risicobron of intoxicatiebron op te sporen en deze te vernietigen. Soms is het echter niet mogelijk om de precieze oorzaak te achterhalen of is het risico op nieuwe uitbraken moeilijk in te schatten.
Bij een uitbraak moet alle aandacht er in de eerste plaats op gericht zijn om besmet materiaal op te sporen en meteen te verwijderen.
Het is dus raadzaam dat elke veehouder – samen met de bedrijfsdierenarts – een risicoanalyse maakt voor zijn bedrijf en de nodige maatregelen neemt. Je kunt hierbij gebruik maken van de risicochecklist botulisme.