078 05 05 23

Grondige reiniging en ontsmetting van een pluimveestal tijdens de leegstand zijn onmisbaar bij de bestrijding van Salmonella. Ook een hittebehandeling van de stal kan een succesvolle ontsmettingsmethode zijn.

Om risicofactoren van het bedrijf en het reinigings- en ontsmettingsprotocol te optimaliseren, kunnen veehouders een beroep doen op coaching door DGZ, altijd in samenspraak met hun bedrijfsdierenarts.

Wil je de reiniging en ontsmetting optimaliseren en zo Salmonella onder controle krijgen op jouw bedrijf? Contacteer DGZ via 078 05 05 23 of helpdesk@dgz.be.

Wat zijn de belangrijkste stappen van het coachingtraject?

1. Bioveiligheid en risicofactoren in kaart brengen

Vóór de leegstandperiode wordt een eerste bedrijfsbezoek uitgevoerd. Tijdens dit bezoek wordt de bioveiligheid in kaart gebracht a.d.h.v. een bioveiligheidsenquête. Er wordt gekeken naar mogelijke risicofactoren op het bedrijf. Ook wordt het reinigings- en ontsmettingsprotocol besproken. In overleg met pluimveehouder en bedrijfsdierenarts wordt er een plan van aanpak opgesteld met actiepunten voor het bedrijf.

2. Visuele scoring van het bedrijf

Een goede reiniging is essentieel bij de bestrijding van Salmonella op je bedrijf. Tijdens een tweede bezoek worden verschillende plaatsen in de stal beoordeeld op visuele reinheid en krijgen ze een score (0-2). Er worden ook enkele plaatsen bemonsterd om de aanwezigheid van Salmonella na te gaan, zowel in de stal als de externe omgeving.

3. Stal proper? Pas dan ontsmetten!

Als alle stalonderdelen visueel rein zijn, kan gestart worden met de ontsmetting van de stal. Ontsmetten kan met commercieel verkrijgbare ontsmettingsproducten maar ook door een bijkomende hitteontsmetting van de stal. Kies je voor een hittebehandeling, dan is voor de kosten van deze behandeling een financiële tussenkomst door het Sanitair Fonds mogelijk.

4. Bacteriologisch onderzoek

Na ontsmetting bemonstert DGZ de stal uitgebreid met sponsswabs op 20-24 vooraf gedefinieerde plaatsen, naast de uitgebreide swabcontrole met 5 keer 25 swabs.

Bij bemonstering van een vleeskippenstal worden swabs genomen in de stal en de voorruimte. In leghennen- en fokpluimveestallen worden twaalf sponsswabs genomen in de stal en twaalf in het eierlokaal.

Op elke sponsswab gebeuren twee bacteriologische onderzoeken. Het totaal aeroob kiemgetal brengt in beeld hoeveel omgevingskiemen nog aanwezig zijn ondanks reiniging en ontsmetting. Verder wordt elke swab onderzocht op Salmonella. Bij een positief resultaat wordt het salmonellatype bepaald van minimum één van de positieve sponsswabs.

5. Plan van aanpak

Op de gecoachte bedrijven wordt een plan van aanpak opgesteld op basis van al de verzamelde informatie. Dit plan geeft een overzicht van de kritische punten op het bedrijf, geïllustreerd met foto’s. Het toont de resultaten van de bioveiligheidsenquête en bevat adviezen aangevuld met een bedrijfsspecifiek protocol voor reiniging en ontsmetting. De opgestelde actiepunten worden opgevolgd en bijgewerkt in de loop van het project.

Dit protocol wordt besproken met veehouder en dierenarts en kan met wederzijds goedvinden aangepast worden. Met dit plan van aanpak kan de bedrijfsdierenarts de veehouder verder begeleiden.

6. Opvolging

Alle salmonellaresultaten van de volgende ronde(s) worden gedeeld met de dierenarts van DGZ. Op het einde van het traject vindt een afsluitende meeting plaats om alle resultaten te bespreken en een overzicht te krijgen van alle uitgevoerde aanpassingen.

Wie komt in aanmerking voor financiële ondersteuning door het Sanitair Fonds?

Bij het optimaliseren van het reinigings- en ontsmettingsprotocol kan een veehouder voor het bacteriologisch onderzoek en de hitteontsmetting genieten van een tussenkomst van 75% van de kosten door het Sanitair Fonds als de pluimveestal voldoet aan alle onderstaande voorwaarden:

  • De veehouder of bedrijfsdierenarts neemt twee weken voor de start van het traject contact op met DGZ via 078 050523 of helpdesk@dgz.be
  • De pluimveestal is – afhankelijk van het salmonella-serotype – minstens één of twee opeenvolgende rondes Salmonella-positief (zie onderstaande tabel).
  • Alle stappen van het coachingsprotocol worden strikt gevolgd. Hou er rekening mee dat dit tijd vraagt en er daarom een voldoende lange leegstand voorzien dient te worden.
  • De eventuele hitteontsmetting wordt uitgevoerd door een pluimveeservicebedrijf dat GSP (Goede Service Praktijken Pluimvee) of gelijkwaardig erkend is.

De totale kostprijs van het bacteriologisch onderzoek is afhankelijk van het bedrijfstype en het aantal salmonella-positieve monsters. Dit ligt gemiddeld rond 2.000 euro (excl. BTW) per stal. Dankzij tussenkomst van 75% van dit bedrag door het Sanitair Fonds blijft de kost voor de veehouder beperkt tot ongeveer 500 euro per stal.

Ook voor de hittebehandeling komt het Sanitair Fonds tussen voor 75%. De maximale tussenkomst hiervoor bedraagt voor vermeerderings- en legpluimvee 12.500 euro per stal, met een maximum van 25.000 euro per inrichting. Voor braadbedrijven bedraagt het maximum 10.000 euro per stal, met een maximum van 20.000 euro per inrichting.

Klik hier om de Tabel uit te vouwen: Voorwaarden om deel te nemen aan het project

 Ziekteverwekker 

 Pluimveecategorie 

Aantal  opeenvolgende  rondes

Salmonella Gallinarum

Alle

1

Salmonella Pulorum

Alle

1

Salmonella Arizonae

Kalkoenen

1

Salmonella Enteritidis

Fokpluimvee

1

Gebruik-leg

1

Gebruik-vlees

2

Salmonella Typhimurium

Fokpluimvee

1

Gebruik-leg

1

Gebruik-vlees

2

Salmonella Java Paratyphi B var Java

Fokpluimvee

1

Gebruik-leg

2

Gebruik-vlees

2

Salmonella Hadar

Fokpluimvee

1

Salmonella Infantis

Fokpluimvee

1

Gebruik-leg

2

Gebruik-vlees

2

Salmonella Virchow

Fokpluimvee

1

Overige Salmonella spp.

Alle

2