Genotypering salmonellastammen met MLVA en PFGE
Binnen dit project voerde Sciensano tussen 2014 en 2016 een genotypering uit op 189 salmonellastammen geïsoleerd bij fokpluimvee en gebruikspluimvee.
Bij de aanpak van een hardnekkige salmonellabesmetting op een pluimveebedrijf is het noodzakelijk te weten of steeds dezelfde Salmonella- stam circuleert, dan wel of dat er insleep is van een nieuwe stam. Genotypering – dit is het maken van een genetische ‘vingerafdruk’ – kan dit in beeld brengen. Zo kan de veehouder gepaste maatregelen nemen om het bedrijf salmonellavrij te krijgen.
Binnen dit project, dat liep van 2014 tot 2016 en dat gefinancierd werd door het Sanitair Fonds, voerde Sciensano (toenmalig CODA) deze genotypering uit op 189 salmonellastammen(S. Enteritidis, S.Typhimurium, S. Infantis en S. Paratyphi B), geïsoleerd bij fokpluimvee en gebruikspluimvee. Ook werden de genetische profielen van Salmonella Typhimurium-stammen van pluimvee en varkens vergeleken om na te gaan of kruisbesmetting aanwezig was.
Voor de S. Enteritidis- en S. Typhimurium-stammen gebeurde de genotypering met MLVA of multilocus variable number of tandem repeats analysis. Voor S. Infantis en S. Paratyphi B var Java werd PFGE of pulsed field gel elektroforese gebruikt.
Resultaten
Er circuleren S. Enteritidis-stammen en S. Typhimurium-stammen met een verschillende genetische vingerafdruk bij het Belgische pluimvee.
Voor het onderzoek naar S. Java bleek dat de S. Java-stammen van 12 vleeskippenbedrijven verwant. Sommige identieke stammen werden geïsoleerd in verschillende bedrijven. Dit was ook het geval voor S. Infantis.
Het project toont aan dat er kruisbesmetting met S. Typhimurium mogelijk is tussen pluimvee en varkens. Deze bedrijven dienen te zorgen voor een strikte scheiding tussen beide diersoorten. Belangrijke aandachtspunten bij het voorkomen van kruisbesmetting zijn:
- Gebruik apart schoeisel. Niet enkel per diersoort maar ook per stal.
- Gebruik aparte overals. Te vaak nog wordt vergeten dat salmonella niet enkel aanwezig is in mest (aan de schoenen) maar ook in stof (op overal). Op de meeste bedrijven is wel aparte kledij voorzien voor gebruik in de varkens- en de pluimveestallen maar in geval van meerdere stallen per diersoort is het belangrijk ook per stal aparte kledij te dragen.
- Handen wassen. Meestal wast een bezoeker de handen enkel na afloop van het stalbezoek. Maar ook vooraleer met de stal betreedt dient men de handen te wassen.
- Bovenstaande punten zijn niet enkel van toepassing voor externe bezoekers. Ook de veehouder zelf moet deze regels strikt volgen.