078 05 05 23

 

Enkele basistips:

  • Werk all-in/all-out.

Bedrijven met enkel dieren van dezelfde leeftijd die alle op hetzelfde moment worden opgezet en ook op hetzelfde moment worden geladen, zorgen ervoor dat er minder externe bezoekers op het bedrijf komen. Een ander voordeel is dat alle stallen tegelijkertijd leeg staan en gereinigd en ontsmet kunnen worden.

  • Respecteer de looplijnen.

Wanneer er toch meerdere leeftijden op jouw bedrijf aanwezig zijn of je beschikt over meerdere inrichtingen met verschillende leeftijden, werk dan steeds van jong naar oud. Bezoek dus steeds eerst de stallen of inrichting met de jongste dieren en ga dan pas naar de stallen of inrichtingen met oudere dieren. Werk dus steeds van de meest gevoelige groepen naar minder gevoelige groepen, en dat geldt voor iedereen die op het bedrijf komt. Indien je beschikt over meerdere inrichtingen beschouw dan elke inrichting als een vreemd bedrijf en neem dus per inrichting de gepaste maatregelen.

  • Gebruik voor de verschillende stallen apart materiaal, kledij en laarzen. 

Om het juiste materiaal en de juiste kledij bij de juiste stal te houden, is het aangeraden te werken met kleurcodes. Was ook de handen als je van de ene stal naar de andere gaat. Zo vermijd je dat je zélf infecties overbrengt, bijvoorbeeld via laarzen, kledij, handen of materiaal.

  • Vermijd overbezetting.

Een te hoge bezetting is nadelig voor de gezondheid van de dieren. Volgens de wetgeving bedraagt de maximale bezettingsdichtheid voor vleeskippen 33 kg/m². Wanneer er echter aan bijkomende eisen wordt voldaan, kan een pluimveehouder kiezen voor een bezettingsdichtheid van maximaal 39 kg/m² of 42 kg/m². Ook bij leghennen moet overbezetting vermeden worden. De Europese richtlijnen in verband met de bezettingsdichtheid voor leghennen (Richtlijn 1999/74/EG van de raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen) kan je in deze publicatie van de Europese gemeenschappen terugvinden.

  • Zieke dieren horen thuis in de ziekenboeg, waar ze geen rechtstreeks contact kunnen hebben met de andere dieren.

Gebruik de ziekenboeg enkel voor het afzonderen van zieke dieren en reinig en ontsmet deze afdeling na elk gebruik.