DGZ-monitoring van de pluimveegezondheid in 2020: wat zijn de belangrijkste vaststellingen?
DGZ monitort continu de gezondheidssituatie van de veestapel in Vlaanderen. Dit met financiële steun van het FAVV. Jaarlijks worden de analyses die DGZ in dit verband uitvoert en de resultaten hiervan gebundeld. Zo wordt de gezondheidssituatie op het vlak van bestaande, opduikende en opnieuw opduikende besmettelijke ziekten van het afgelopen kalenderjaar geschetst. Tegelijk wordt de evolutie ten opzichte van de voorgaande jaren bekeken. Wat zijn de belangrijkste vaststellingen voor wat betreft de pluimveegezondheid in 2020?
Belangrijkste vaststellingen 2020:
- Ziekte van Newcastle (Newcastle disease of NCD):
Bij professioneel gehouden pluimvee werden geen uitbraken van NCD vastgesteld in 2020. - Vogelgriep of aviaire influenza:
In 2020 werd een besmetting met een hoogpathogene variant van het type H5 vastgesteld op een professioneel vleeskippenbedrijf. Verder werd ook een laagpathogene variant van het type H5 gedetecteerd op een ander professioneel vleeskippenbedrijf. Beide bedrijven zijn gelegen in West-Vlaanderen en er werd een licht verhoogde sterfte waargenomen. Ook bij een hobbyhouder uit Wallonië werd een hoogpathogene variant van het type H5 vastgesteld.
In 2020 werden er minder PCR- en ELISA-testen uitgevoerd voor AI dan in 2019. Toen kampte de Belgische pluimveesector immers met de H3-problematiek waardoor er een sterke stijging was van het aantal analyses. - Mycoplasma gallisepticum:
Infecties met Mycoplasma gallisepticum veroorzaken CRD (chronic respiratory disease) of chronisch snot. In 2020 werd in tegenstelling tot in 2019 geen CRD vastgesteld op professionele pluimveebedrijven. - Mycoplasma meleagridis:
Dit type mycoplasma veroorzaakt enkel ziekte bij kalkoenen. Zowel in 2018 als in 2019 testte telkens één fokkalkoenenbedrijf serologisch positief voor Mycoplasma meleagridis, in 2020 waren er geen positieve resultaten. - Salmonella:
In 2020 voldeed België enkel aan de vooropgestelde Europese doelstellingen voor Salmonella bij vleeskippen. De prevalentie van de wettelijk bestreden types bij deze diercategorie was 0,12%. Fokpluimvee, legpluimvee en vleeskalkoenen voldeden niet aan deze doelstelling. De prevalentie van wettelijk bestreden serotypes was er respectievelijk 1,09%, 2,32% en 2,60%. Zowel bij leghennen als vleeskippen was Salmonella Infantis net als in 2019 het meest voorkomende serotype. De kalkoenen bleven net als de twee voorgaande jaren vrij van dit serotype. Bij kalkoenen was monofasische Salmonella Typhimurium het meest voorkomende serotype. - Broeierijhygiëne:
Alle broeierijen die in 2020 door DGZ werden bemonsterd, hadden een goede tot uitstekende score voor het kiemgetal.
Vragen?
Neem dan contact op met de helpdesk van DGZ: helpdesk@dgz.be of tel. 078 05 05 23.