Schapen zijn gevoelig voor kopervergiftiging
Koper is een essentieel sporenelement dat nodig is voor verschillende fysiologische processen. Zo heeft een schaap koper nodig voor de vorming van rode bloedcellen en speelt het een rol bij de wolgroei en botontwikkeling. Een te grote koperopname kan echter leiden tot vergiftiging. Alle diersoorten zijn hier gevoelig voor, maar vooral schapen omwille van hun specifiek kopermetabolisme. Kun je een vergiftiging voorkomen?
Een vergiftiging kan acuut of chronisch zijn. Bij een acute vorm vertonen de dieren abdominale pijn, diarree, braken, anorexie, dehydratatie en shock. Zo’n acute intoxicatie komt niet zo vaak voor in de diergeneeskunde. Een chronische koperintoxicatie ontstaat wanneer koper gedurende een langere periode wordt opgestapeld in de lever.
Hoe herken je kopervergiftiging?
Dieren kunnen op verschillende manieren een teveel aan koper opnemen. In de eerste fase stapelt de lever het teveel aan koper op, zonder klinische symptomen. Wanneer een bepaalde drempelwaarde wordt overschreden, zet de lever massaal koper vrij in de bloedbaan. Dit veroorzaakt een uitgebreide afbraak van de rode bloedcellen in de bloedbaan, waardoor de dieren in shock gaan. De dieren vertonen depressie, zwakte en anorexie, hebben een gestegen hartslag en een snelle ademhaling. Daarnaast komt ook geelzucht (icterus) voor en als gevolg van de afbraak van rode bloedcellen is er een typische bruine verkleuring van zowel het bloed als de urine.. Als deze situatie aanhoudt, verliezen de nieren uiteindelijk hun werking en kan het ontstane nierfalen ertoe leiden dat het dier in coma gaat en sterft.
Hoe kun je nu weten of je schapen al dan niet een kopervergiftiging hebben? Histologisch onderzoek van (een punctie van) de lever en nieren van reeds gestorven dieren is vaak het meest zinvol. Hierbij wordt een stukje lever- of nierweefsel microscopisch bekeken. Bij kleine herkauwers wordt dit echter vaak bemoeilijkt door autolyse (proces waarbij cellen zichzelf vernietigen) van zodra het kadaver enkele uren oud is. Bloedonderzoek op nog levende dieren is minder betrouwbaar omdat een daling van het kopergehalte in het bloed pas plaats vindt als de reservevoorraad in de lever uitgeput is. Wel kan er onderzocht worden op koperhoudende enzymen in het bloed, om op die manier een betere indruk van de koperstatus te krijgen.
Behandeling
Bij dieren waarbij de hemolytische crisis reeds is opgetreden, komt een behandeling helaas te laat. Het dier sterft vaak 24 tot 48 uur na de initiële symptomen. Toch overleven sommige dieren deze acute crisis wel.
De behandeling bestaat uit twee onderdelen. Nadat de bron van de kopervergiftiging verwijderd is wordt allereerst een symptomatische therapie ingesteld. Het schaap krijgt een vloeistoftherapie toegediend om eventuele tekenen van shock (dehydratatie en verzuring) tegen te gaan. Bovendien zorgt de continue toevoer van vocht ervoor dat de nieren minder snel gaan blokkeren. In tweede instantie dient het teveel aan koper uit het lichaam verwijderd te worden. Hiervoor kunnen producten gebruikt worden die koperbindende stoffen (zoals bv. molybdeen) bevatten.
Preventie
Koperrijke bemesting en fouten bij het mengen van het voer liggen vaak aan de basis van een (chronische) koperintoxicatie. Hier de nodige aandacht aan besteden, draagt al meteen bij aan een preventieve aanpak. Het lijkt evident om schapen enkel met schapenkorrels en niet met krachtvoer bestemd voor andere diersoorten te voederen., Maar toch wordt hier vaker tegen gezondigd dan gedacht. Ook de aanwezigheid van bepaalde (vaak giftige) planten die aanleiding geven tot leverbeschadiging kunnen de koperstapeling in de lever bevorderen. Bovendien zit er een verschil in de koperopname uit verschillende grasproducten. Sommige rassen zijn ook minder gevoelig voor kopervergiftiging dan andere (Texelaars zijn bv. gevoeliger dan melkschapen). Ontkoperende middelen worden afgeraden, omdat die op hun beurt andere problemen veroorzaken. Het beste is om de voedermiddelen te (laten) analyseren zodat een passende keuze kan gemaakt worden. De dierenarts is het best geplaatst om dit samen met de schaaphouder te bespreken.
Een tijdje geleden werd bij DGZ een schaap binnengebracht voor autopsie waarbij een opvallend beeld van icterus gezien werd. Op onze Gezondedieren-blog lees je de diergeneeskundige bespreking van deze case.