078 05 05 23
Kies je dier
Kies je dier

Het belang van reinigen en ontsmetten

Reinigen en ontsmetten vormen een belangrijk onderdeel van een goede bioveiligheid op varkensbedrijven en zijn één van de belangrijkste maatregelen om de verspreiding van infecties tegen te gaan. Volgens de resultaten van de jaarlijks verplichte risico-enquête op varkensbedrijven respecteert 95% van de bedrijven de verschillende fasen voor reiniging en ontsmetting, en reinigt 75% de stallen na iedere ronde. Toch blijkt dat 90% van de bedrijven nooit het effect van hun reinigings- en ontsmettingsprocedure controleert. Nochtans kan een effectmeting met afdrukplaatjes snel waardevolle inzichten bieden, en is het bovendien een goedkope en geschikte methode om het reinigingsprotocol te optimaliseren.

Situatie op Vlaamse varkensbedrijven in beeld

Binnen het Veepeilerproject ‘Optimalisatie van reiniging en ontsmetting van de varkensstal’ richtten we ons op de controle van het reinigings- en ontsmettingsproces. In dit project onderzochten we hoe het gesteld was met het reinigings- en ontsmettingsproces op Vlaamse varkensbedrijven. In totaal bemonsterde Veepeiler 12 kraamstallen, 25 biggenafdelingen en 14 keer beide. Per afdeling werden 13 verschillende, vooraf bepaalde oppervlakken bemonsterd na het reinigen en ontsmetten. De bemonstering gebeurde met behulp van afdrukplaatjes, ook wel hygiënogrammen genoemd, die worden genomen door het plaatje 15 seconden tegen het te bemonsteren oppervlak te houden. In het diergeneeskundig laboratorium van DGZ werd vervolgens bepaald hoeveel kiemen er nog op de plaatjes groeiden. Hoe meer kiemen er groeien, hoe hoger de score van een plaatje. Als de score hoger is dan 2, kunnen we concluderen dat het reinigings- en ontsmettingsprotocol niet effectief is geweest.

De eerste staalname

Uit de resultaten van het Veepeilerproject bleek dat de gemiddelde score van de plaatjes tijdens de eerste staalnames in de kraamstal (3,22) hoger was dan die van de plaatjes genomen in de biggenafdeling (2,48). Dit wees op een beter resultaat van reinigen en ontsmetten in de biggenafdeling. Een mogelijke verklaring is dat er in de kraamstal vaak te weinig tijd is om tussen twee opeenvolgende werpgroepen voldoende grondig te reinigen en te ontsmetten. De plaatsen die in beide afdelingen het slechtst scoorden, waren de hoger gelegen en moeilijk te reinigen plaatsen, zoals het plafond, de muur op ooghoogte, de ventilatie en de voederbak. Besteed bij het reinigen en ontsmetten daarom zeker voldoende aandacht aan deze plaatsen.

Protocol aanpassen loont

Een aantal van de deelnemende bedrijven paste na de eerste bemonstering hun reinigings- en ontsmettingsprotocol aan, wat resulteerde in een beter resultaat bij de tweede staalname. De aanpassingen betroffen voornamelijk het gebruik van producten, zoals het starten met het gebruik van een inweekmiddel en/of ontsmettingsmiddel, of het aanpassen van de concentratie of de inwerkingstijd van een product. Het beste resultaat bereik je door deze middelen steeds in voldoende hoge concentratie te gebruiken en ze lang genoeg te laten inwerken, steeds volgens de voorschriften van de fabrikant.

Wat met reinigingswater?

Binnen het project werd ook het water onderzocht waarmee de afdelingen werden gereinigd, wanneer dit water van een andere bron kwam dan het drinkwater. Op verschillende bedrijven bleek dit reinigingswater sterk bacterieel besmet te zijn. Dit kan een nadelige invloed hebben op de het effect van reinigen en de werking van het ontsmettingsmiddel. Gebruik daarom bij voorkeur water van drinkwaterkwaliteit om de stallen te reinigen.

Hoe ziet een goed reinigingsprotocol eruit?

Een optimaal en volledig reinigingsprotocol bestaat uit verschillende stappen:

  • Stap 1: Droog reinigen.
    Start met een droge reiniging (met schop en borstel) om mest en het meeste losliggend vuil te verwijderen. Een grondige uitvoering van deze eerste stap bespaart zowel tijd als water in de volgende stappen.
  • Stap 2: Inweken.
    Maak vastzittend vuil los met een inweekmiddel. Dit maakt de natte reiniging die daarop volgt (zie stap 3) efficiënter.
  • Stap 3: Hoofdwas.
    Reinig met hoge druk om al het aanwezige vuil te verwijderen.
  • Stap 4: Spoelen.
    Spoel na om alles volledig proper te krijgen. Na het spoelen moet alles visueel proper zijn.
  • Stap 5: Opdrogen.
    Laat de stal opdrogen alvorens te ontsmetten. Indien er nog te veel water aanwezig is, zal het ontsmettingsmiddel immers verdund worden waardoor het zijn werking verliest.
  • Stap 6: Ontsmetten.
    Ontsmet met een erkend ontsmettingsmiddel en respecteer de gebruiksvoorschriften. Belangrijk zijn onder andere de concentratie, de hoeveelheid, de contacttijd en de temperatuur van het ontsmettingsmiddel.
  • Stap 7: Naspoelen.
    Spoel de resten van het ontsmettingsmiddel weg met water van drinkwaterkwaliteit.
  • Stap 8: Opdrogen.
    Laat de stal goed opdrogen voordat je overgaat naar de volgende stap en terug dieren toevoegt.
  • Stap 9: Controle.
    Nu is het tijd om na te gaan of je hele protocol effectief was en met behulp van afdrukplaatjes te checken hoeveel kiemen er achtergebleven zijn. 

Interesse?

Wil jij ook je reinigings- en ontsmettingsprotocol optimaliseren door het effect ervan na te gaan? Neem contact op met onze helpdesk via het helpdesk@dgz.be of het nummer 078 05 05 23 voor meer informatie.