078 05 05 23
Kies je dier
Kies je dier

Het is nog steeds verplicht om elke abortus te laten onderzoeken in het kader van de brucellose-bewaking. Bovendien betekent elke abortus een financieel en emotioneel verlies voor de veehouder. Het abortusprotocol en aanvullende onderzoeken helpen bij het opsporen van de oorzaak. Op die manier kan een behandel- en preventieplan opgesteld worden om verdere problemen te voorkomen. Ontdek hier wat de abortus-onderzoeken in 2022 aan het licht brachten.

Abortusprotocol bij rundvee

In 2022 onderzocht DGZ, dankzij de financiële steun van het FAVV, een kleine 3400 abortusdossiers van rundveebedrijven. Bijna 3000 foetussen werden onderworpen aan een autopsie. In 2022 werden in bepaalde periodes extra analyses aangeboden in het protocol.

Macroscopische vaststellingen op autopsie

In ongeveer 22% van de gevallen waren er duidelijke macroscopische afwijkingen (zie grafiek 1). Binnen deze groep staan meerlingdracht, beeld van bacteriële abortus en marmering van de achterhandspieren in de top 3.

Grafiek 1: overzicht macroscopische bevindingen (in %)

In de eerste helft van 2022 werden, naast onderzoek naar BVD, Neospora en Brucellose, meerdere extra analyses ingezet. Hieronder vind je de resultaten.

Resultaten verdere onderzoeken:

A. Bacteriologie en mycologie

Bacteriologisch en mycologisch onderzoek leverde ons heel wat diagnoses op. Bij ongeveer een derde van de foetussen werden belangrijke kiemen geïsoleerd. Escherichia coli, Trueperella pyogenes, Acinetobacter sp. werden heel vaak geïsoleerd. Listeria monocytogenes, Haemolytische E. coli, Streptococcus sp., Bacillus licheniformis, Staphylococcus aureus en Serratia sp. vonden we ook vaak terug. Alsook Aspergillus fumigatus en Candida albicans werden regelmatig geïsoleerd.

Meer uitleg over deze kiemen kan je steeds vinden onderaan op het beproevingsverslag via een link of op onze websitepagina Interpretatie resultaten abortusprotocol rundvee.

Foto links: pleuritis (beeld van een bacteriële abortus) en foto rechts: verbloeding ter hoogte van de navelarteries.

B. Schmallenberg, blauwtong, neosporose en BVD

Alle foetussen met afwijkingen die in de richting van Schmallenbergvirus (SBV) wijzen, worden binnen het abortusprotocol getest op dit virus, alsook op het blauwtongvirus (BLTV). In 2022 werden een 150-tal foetussen onderzocht, waarvan ruim 17% positief testte voor SBV. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2021. Net zoals in 2021, testte geen enkele foetus positief voor BLTV.

Neosporose is nog steeds een belangrijke oorzaak van abortus. In 2022 was 13,6% van alle onderzochte serumstalen positief voor Neospora-antistoffen. In 2021 was dit 13,3%.

Dankzij het BVD-bestrijdingsprogramma daalde het aantal BVD-gevallen de laatste jaren. Echter in 2022 was er terug een stijging op te merken: van de 2.968 abortussen die onderzocht werden, waren er 15 foetussen positief voor BVD-antigen. In 2021 waren er dat 2 op in totaal 3.429 onderzochte abortussen.

C. Brucellose

Zowel de brucellose-cultuur op de nageboorte als de Brucella-antistoffen op het serum van het moederdier waren telkens negatief.

D. Extra analyses

Grafiek 2: Overzicht extra analyses abortus rund

    

Hieronder vind je het detailoverzicht van de extra analyses bij de abortussen rundvee.

    Aantal uitgevoerde analyses Aantal te laag of positief (%)
  SERUM MOEDERDIER    
1 Selenium 880 64,89%
2 Jodium 769 13,13%
3 Vitamine A 5 80,00%
4 Vitamine E 23 34,78%
5 Zink 4 75,00%
  FOETUS    
1 Q-fever PCR 411 9,73%
2 Anaplasma PCR 514 0,39%
3 Leptospira PCR 122 5,74%
4 Chlamydia PCR 89 3,37%
5 Neospora PCR 16 12,50%
6 Toxoplasma PCR 1 0,00%

Abortusprotocol bij kleine herkauwers

In 2022 werden ongeveer 90 abortusdossiers van schapen- en geitenbedrijven onderzocht.

Een kort overzicht van de resultaten kan u vinden in de volgende tabel.

Pathogeen Aantal analyses Aantal positieve resultaten

Toxoplasma PCR

89

17

Chlamydia antistoffen

94

1

Q-fever PCR

91

13

Gisten en schimmels lebmaag

89

4

Stamp-kleuring (o.a. Chlamydia)

90

0

Schmallenbergvirus PCR

15

6

Bacteriologische reincultuur lebmaag én long

89

0

Blauwtongvirus PCR

15

0

Campylobacter cultuur lever

89

2

Chlamydia PCR

3

0

Brucella antistoffen

94

0

Uit de lebmaag en longen werden regelmatig relevante kiemen geïsoleerd, zoals:

  • E. coli: 35 maal geïsoleerd
  • L. monocytogenes: 10 maal geïsoleerd
  • Haemolytische E. coli: 5 maal geïsoleerd
  • Campylobacter fetus: 2 maal geïsoleerd
  • Bacillus cereus: 1 maal geïsoleerd
  • T. pyogenes: 1 maal geïsoleerd
  • A. fumigatus: 1 maal geïsoleerd

Foto: necrosehaardjes t.h.v de lever, isolatie van Listeria monocytogenes.