Werkjaar paratuberculosebestrijding 2023-2024: bijna 86% van deelnemers behaalt A-niveau!
In mei 2024 liep het achttiende werkjaar van het paratuberculose-monitoringsprogramma af. Maar liefst 85,7% van de bedrijven die een screening liet uitvoeren behaalde een A-niveau, wat betekent dat zij het risico op besmetting met paratuberculose effectief tot een minimum weten te beperken. We delen graag de resultaten van het afgelopen werkjaar.
De deelnamegraad aan het paratuberculose-monitoringsprogramma blijft stabiel op ongeveer 95%. In totaal zijn er zo’n 3.243 melkveehouders ingeschreven in het programma.
Van alle bedrijven die vorig werkjaar een screening uitvoerden, behaalde de helft een volledig negatieve screening. Op de overige bedrijven werd wel een besmetting met paratuberculose vastgesteld, waarvan het merendeel vermoedelijk van beperkte omvang.
Iets meer dan de helft van de veehouders verkiest een bemonstering via de dierenarts boven een MPR-bemonstering. Toch werden er meer melkmonsters onderzocht dan serummonsters. Uit 98% van de ingestuurde monsters kwam een serologisch negatief resultaat. Daarnaast werden ruim 1.010 monsters van 481 bedrijven ingestuurd voor PCR-onderzoek, waarvan 81,7% negatief was.
Al deze gegevens resulteren in volgend overzicht van opvolgingsniveaus voor alle bedrijven die het voorbije werkjaar een screening lieten uitvoeren:
Aantal bedrijven | Percentage | |
A-niveau | 1.251 | 85,7% |
B-niveau | 96 | 6,6% |
C-niveau | 112 | 7,7% |
Totaal | 1.459 | 100% |
Wat betekenen de niveaus?
Bedrijven met een A-niveau hebben een laag risico op de aanwezigheid van ziektekiemen in de melk omdat er geen of een beperkt aantal positieve dieren werden teruggevonden die binnen de korte opruimingsperiode werden afgevoerd. Deze bedrijven worden om de 2 jaar serologisch gescreend.
Bedrijven met een B-niveau hebben eerder een gematigd risico op de aanwezigheid van ziektekiemen in de melk omdat de positieve dieren die werden teruggevonden binnen de algemene opruimingsperiode werden afgevoerd. Deze bedrijven worden jaarlijks serologisch gescreend.
Bedrijven met een C-niveau hebben een ongekend of een hoger risico op de aanwezigheid van ziektekiemen in de melk. Op deze bedrijven werden onvoldoende onderzoeken uitgevoerd en/of positieve dieren werden niet of te laat van het bedrijf verwijderd. Deze bedrijven worden jaarlijks serologisch gescreend, maar kunnen geen beroep doen op de financiële steun van het Sanitair Fonds.
Wat bepaalt een succesvolle aanpak?
Aangepaste bioveiligheidsmaatregelen en een optimaal bedrijfsmanagement zorgen voor zowel een succesvolle paratuberculosepreventie als -bestrijding. Benut daarom de paratuberculosescreenings ten volle en bespreek de onderzoeksresultaten altijd met jouw bedrijfsdierenarts. Samen komen jullie zeker tot het beste plan van aanpak met maatregelen die passen binnen jouw bedrijfsvoering.
Heb je nog vragen? Neem dan contact met jouw bedrijfsdierenarts of de helpdesk van DGZ op tel. 078 05 05 23 of via e-mail helpdesk@dgz.be.