Nieuw koninklijk besluit verscherpt de strijd tegen Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis
Het nieuwe Koninklijk Besluit (KB) over Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis (IBR) dat op 6 mei 2024 in het Belgisch Staatsblad is verschenen, treedt in voege op 16 mei 2024. Dit KB legt de nieuwe maatregelen vast die de Belgische rundveesector moeten ondersteunen in de richting van het Europees erkende IBR-vrije statuut voor België. We delen het persbericht van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu met meer uitleg over de nieuwe maatregelen.
Een overzicht van de nieuwe maatregelen
- Het statuut ‘IBR gE NEG in transitie’ is het minimaal te behalen statuut. Beslagen die dit of een hoger gekwalificeerd statuut verloren of nog nooit één van deze ‘vrije’ statuten behaalden dienen het statuut ‘gE NEG in transitie’ te behalen 6 maanden nadat de wettelijke termijn voor de afvoer van de gE positieve runderen is afgelopen. Deze termijn is afhankelijk van de termijn van herval.
- Vaccinatie is tot 1 april 2025 toegelaten op beslagen met een statuut ‘besmet’ of ‘gE NEG met vaccinatie’.
- Beslagen die het statuut ‘vrij van IBR’ verliezen na 1 mei 2024 zullen hun gE positieve dieren binnen de 90 dagen moeten afvoeren. Het FAVV zal hiervoor een afslachtingsbevel opmaken. De runderen dienen rechtstreeks afgevoerd te worden naar het slachthuis.
- Het melkleveringsverbod voor beslagen ‘in overtreding’ is ingetrokken.
- Er wordt voorzien in een vergoeding voor gE positieve runderen die afgevoerd werden naar het slachthuis na 8 november 2023.
Verdere stappen naar ziektevrije status
België bindt al sinds 2007 de strijd aan tegen IBR. Het bestrijdingsprogramma is gestart als een vrijwillig programma maar werd in 2012 voor alle rundveehouders verplicht. In 2014 verkreeg België voor zijn IBR-bestrijdingsprogramma van de Europese Commissie de status van ‘officieel goedgekeurd programma’. Dat betekent dat ons land aanvullende garanties rond IBR kan vragen voor runderen die vanuit andere lidstaten of gebieden met een lagere status worden binnengebracht.
De uiteindelijke doelstelling van het bestrijdingsprogramma is om IBR helemaal uit te roeien. Van zodra ons land de ziektevrije status bereikt, moet het geen aanvullende garanties meer leveren om dieren binnen de EU te kunnen verhandelen naar andere lidstaten of regio’s met eveneens een ziektevrije status.
Het nieuwe KB bevat maatregelen om verdere stappen in de richting van deze ziektevrije status te kunnen zetten. Het versneld verwijderen van gE positieve runderen is een noodzakelijke maatregel om deze doelstelling te kunnen bereiken in 2027.
Bioveiligheid is essentieel
Het verbod op vaccinatie is en blijft van toepassing op beslagen met een statuut ‘vrij’ of ‘gE NEG in transitie’.
Echter, beslagen waar er recent een insleep heeft plaatsgevonden, beslagen met veel verhandeling of beslagen gelegen in een gebied met veel gevaar op insleep kunnen baat hebben bij een tijdelijke vaccinatie. Men dient er zich wel van bewust te zijn dat het vaccin geen volledige bescherming biedt, noch een verspreiding van het virus verhindert.
Aandacht voor een goede bioveiligheid is cruciaal. Meer in het bijzonder kan dit door een correcte opvolging van de quarantainemaatregelen en bloedonderzoeken bij aankoop, bedrijfseigen schoeisel en kledij voor erfbetreders, aparte laadplaats voor kalveren, etc. Melding van vaccinatie is bovendien ook nog steeds wettelijk verplicht. Het statuut wordt volgens de wetgeving aangepast zodat het correcte bewakingsschema kan toegepast worden.
Vleeskalverbeslagen en afmestbeslagen dienen bij het in voege treden van het besluit minimaal het statuut ‘besmet’ te hebben. In een latere fase zullen deze beslagen aangestuurd worden naar een vrij statuut.
Het bestrijdingsprogramma IBR wordt gecoördineerd door de FOD Volksgezondheid en financieel ondersteund door het Sanitair Fonds Runderen. Daarnaast voorziet de federale overheid 2 miljoen euro ter ondersteuning van het IBR-programma.
Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) controleert de naleving van de maatregelen.
De diergezondheidsverenigingen DGZ en ARSIA begeleiden veehouders in het traject naar vrije status.
Lees meer:
In een tweede persbericht geeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu meer uitleg over de eenmalige verhoging van de verplichte bijdragen van sommige categorieën runderen aan het Begrotingsfonds die ook wordt bepaald in het nieuwe KB dat op 16 mei 2024 in voege treedt: lees het andere persbericht.
Contact
Met vragen hierover kun je terecht bij:
- DGZ: helpdesk@dgz.be of 078 05 05 23
- ARSIA: sante@arsia.be of 083 23 05 15
Bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu