DGZ Labo spoort Chlamydia psittaci op via PCR-onderzoek
Chlamydia psittaci veroorzaakt psittacosis of papegaaienziekte, een ziekte die wordt overgedragen via vogels. Vanaf nu neemt het labo van DGZ de diagnostiek voor Chlamydia psittaci over van de Universiteit Gent.
Bij pluimvee komt Chlamydia psittaci voor in oogvocht, snot en mest. Besmet pluimvee kan verschijnselen vertonen zoals oog- en neusuitvloeiing, diarree en verminderde eetlust. Anderzijds kan pluimvee de bacterie ook bij zich dragen en uitscheiden zonder hier zelf ziek van te zijn. Ook op runderen, kleine herkauwers, paarden en kameelachtigen kan de bacterie worden overgedragen. Bij herkauwers is Chlamydia psittaci geassocieerd met verminderde melkproductie en lichte ademhalingsproblemen. Psittacosis is een zoönose die opgenomen staat in de lijst van aangifteplichtige ziekten van de World Organisation for Animal Health (OIE).
Welke monsters kun je bij het labo van DGZ aanbieden voor dit onderzoek?
- Levend dier: mestswab, neusswab.
- Kadaver: swab in het kader van letsels en/of problematiek (long, cloaca, conjunctiva).
- Bij het aanleveren van kadavers/organen zal DGZ Labo een autopsie/monstername uitvoeren.
Het resultaat wordt als volgt weergegeven op het beproevingsverslag:
- Gedetecteerd (zwak, matig, sterk, zeer sterk)
- Niet gedetecteerd
- Twijfelachtig: dit betekent niet noodzakelijk dat Chlamydia psittaci aanwezig is. In dit geval is een nieuwe monstername aangewezen.
- Inhibitie: omwille van slechte monsterkwaliteit kon de PCR-reactie niet doorgaan. In dit geval is een nieuwe monstername vereist.
Het PCR-onderzoek voor Chlamydia psittaci wordt uitgevoerd op individuele monsters, er wordt dus niet gepoold. De analyse wordt twee keer per maand uitgevoerd en kost 40 euro (excl. btw) per aangeboden monster.