DGZ-monitoring van de pluimveegezondheid in 2022: wat zijn de belangrijkste vaststellingen?
DGZ monitort continu de gezondheidssituatie van de veestapel in Vlaanderen. Dit met financiële steun van het FAVV. Jaarlijks worden de analyses die DGZ en andere erkende labo's in dit verband uitvoeren en de resultaten hiervan gebundeld. Zo wordt de gezondheidssituatie op het vlak van bestaande, opduikende en opnieuw opduikende besmettelijke ziekten van het afgelopen kalenderjaar geschetst. Tegelijk wordt de evolutie ten opzichte van de voorgaande jaren bekeken. Wat zijn de belangrijkste vaststellingen voor wat betreft de pluimveegezondheid in 2022?
- Ziekte van Newcastle (Newcastle disease of NCD)
Bij professioneel gehouden pluimvee werden in 2022 geen uitbraken van NCD vastgesteld. Het aantal PCR-analyses voor NCD is ongeveer gelijk gebleven in vergelijking met 2021.
- Vogelgriep of aviaire influenza
In 2022 werden er uitbraken met hoogpathogene aviaire influenza vastgesteld bij zowel pluimveebedrijven, als particuliere houders en handelaars en ook in een dierenpark. Ook bij de wilde vogels werd het virus op vele plaatsen vastgesteld. De gevallen bij wilde vogels bereikten een ongezien hoogtepunt. Naast de gevallen bij pluimvee en wilde vogels, werd het virus in België ook aangetoond in fretten, vossen en bunzingen.
- Mycoplasma gallisepticum
Mycoplasma Gallisepticum wordt in België wettelijk bestreden bij vermeerderingspluimvee en op legbedrijven die een toelating hebben voor intracommunautaire handel. In 2022 werden er uitbraken gedetecteerd in het kader van het officiële monitoringsprogramma. De vorige uitbraken die in dit kader werden vastgesteld, dateren van 2019. Het eerste officiële geval werd bevestigd midden januari 2022, waarna er verspreid over het hele jaar 14 beslagen positief testten, het laatste begin december.
- Mycoplasma meleagridis
Dit type mycoplasma veroorzaakt enkel ziekte bij kalkoenen. In 2022 waren er geen positieve resultaten voor Mycoplasma meleagridis.
- Salmonella
In 2022 voldeed België aan de vooropgestelde Europese doelstellingen voor Salmonella bij alle pluimveecategorieën. Volgende prevalenties van de te bestrijden serotypen werden waargenomen: 0,84% bij fokpluimvee, 1,52% bij legpluimvee, 0,15% bij vleeskippen en 0% bij vleeskalkoenen. Bij vleeskippen was Salmonella Infantis net als in 2021 het meest voorkomende serotype. De kalkoenen bleven net als de vier voorgaande jaren vrij van dit serotype. Bij leghennen was S. Enteritidis het meest voorkomende serotype.
- Broeierijhygiëne:
In 2022 bezocht DGZ de broeierijen om de 6 weken om een hygiënecontrole uit te voeren. De jaarlijkse officiële controle gebeurt onaangekondigd op een dag dat er geen uitkipping is en steeds als de broeierij actief is. Seizoensbroeierijen worden daarom enkel tijdens een bepaalde periode van het jaar bemonsterd. Van de broeierijen bemonsterd door DGZ in 2022 hadden alle broeierijen een goede tot uitstekende score voor zowel het kiemgetal als het schimmelgetal.