Detectie van PCV2 in hartjes van verworpen foetussen: met zekerheid een PCV2 probleem?
Geregeld worden bij DGZ verworpen vruchten binnengebracht voor autopsie om de oorzaak van de verwerping op te sporen. In de hartjes van sommige van deze foetussen wordt PCV2 gedetecteerd door middel van PCR. Maar wat betekent dit en is het relevant voor de verwerping?
PCV2 is een virus dat vaak voorkomt in de Belgische varkenshouderij. Infecties met dit virus zorgen niet altijd voor zichtbare symptomen. Als dat wel het geval is, kunnen meerdere ziektebeelden worden opgemerkt.
Eén van die ziektebeelden zijn vruchtbaarheidsproblemen. Dit vertaalt zich onder andere in abortussen op het einde van de dracht, doodgeboortes en gemummificeerde vruchten. Wanneer PCV2 deze problematiek veroorzaakt, kan dit virus gedetecteerd worden in het myocard. Daarnaast kan er dan ook een niet-suppuratieve tot necrotische of fibreuze myocarditis aanwezig zijn ten gevolge van deze PCV2 infectie.
Een van de onderzoeken die wordt uitgevoerd binnen het DGZ-abortuspakket, is een PCR voor PCV2. Onderzoek van het hartspierweefsel via PCR spoort echter enkel de aanwezigheid van genetisch materiaal van dit virus op en geeft dus geen informatie of het virus al dan niet infectieus is. Daarom ging Veepeiler Varken op onderzoek uit, om te achterhalen of PCV2 wel degelijk de oorzaak is van de verwerping.
56 mengstalen van hartspierweefsel afkomstig van 24 verworpen nesten werden hiervoor uitgebreid onderzocht door middel van PCR, histologie en virustitratie.
- Eerst werd met PCR-onderzoek gekeken of er genetisch materiaal van PCV2 aanwezig was in de harten. 30 mengstalen testten positief (met een virale load tussen 104en 109), 26 testten negatief.
- Zowel de positief als de negatief geteste harten werden vervolgens onderworpen aan een microscopisch onderzoek. Aanwezigheid van myocarditis, naast een positieve PCR voor PCV2, is een indicatie dat PCV2 wel degelijk de oorzaak is van de verwerping. Er werden echter weinig microscopische letsels teruggevonden in het hartspierweefsel. En als ze gevonden werden, was dat even vaak in de positieve als in de negatieve PCR-groep.
- Tot slot werd er op de harten waarin genetisch materiaal van PCV2 gedetecteerd werd een virustitratie uitgevoerd om na te gaan of het aanwezige virus ook infectieus was. Dat was bij geen van de geteste hartjes het geval.
Ondanks een positief PCR resultaat voor PCV2 op het hartweefsel van de verworpen vruchten die Veepeiler Varken onderzocht, kan dit virus niet met zekerheid als oorzaak van de verwerping aangewezen worden. Vaak wordt enkel niet-infectieus virus gedetecteerd, in afwezigheid van microscopische letsels. Andere zaken (zowel infectieus en niet-infectieus) die een rol kunnen spelen in de problematiek moeten eveneens bekeken worden. Uitgebreider onderzoek is vaak nodig om andere oorzaken van de verwerping te kunnen uitsluiten.
Heb je vragen over dit Veepeiler Varken-onderzoek of over PCV2, neem dan contact op met jouw DGZ regiodierenarts.