Hoe verhoog je het comfort van je pluimvee bij hoge temperaturen?
Jouw pluimvee beschermen tijdens aanhoudend warme dagen komt zowel het welzijn van de dieren als de productieresultaten ten goede. Maatregelen zoals optimaliseren van het stalklimaat kunnen helpen om de negatieve gevolgen van hittestress te beperken.
Bij een omgevingstemperatuur van 18 tot 21 °C is pluimvee in staat om de lichaamstemperatuur vrij makkelijk stabiel te houden. Wordt het warmer, dan krijgt het dier het steeds moeilijker om zijn overtollige lichaamswarmte kwijt te raken en spreken we van hittestress.
Wat zijn de gevolgen van hittestress op de productieresultaten?
Pluimvee met hittestress zal minder voer opnemen. Is de omgevingstemperatuur hoger dan 32 °C, dan daalt de voeropname met 5% per graad Celsius dat de omgevingstemperatuur stijgt.
Snelgroeiende rassen hebben van nature een hogere lichaamstemperatuur dan traaggroeiende rassen. Hierdoor zijn ze minder bestand tegen hogere omgevingstemperaturen wat sneller leidt tot een gedaalde voeropname. Hun genetische aanleg voor snelle groei wordt hierdoor niet ten volle benut.
Bij een hogere omgevingstemperatuur is er meer sterfte, vooral bij vleeskippen.
Hittestress heeft ook een negatief effect op de eiproductie en het eigewicht. De eischalen worden dunner en zullen sneller breken.
Wat kun je doen om hittestress bij jouw pluimvee te beperken?
- Optimaliseer het stalklimaat:
- Het vernevelsysteem kan in de stal voor verkoeling zorgen. Zorg dat er fijn verneveld wordt, zonder druppelvorming, zo niet ontstaat er nat strooisel. Vernevel elk uur gedurende twee minuten. Meet regelmatig de relatieve vochtigheid van de stal. Volg als regel: relatieve vochtigheid + staltemperatuur = 90. Dreigt er een onweer en wordt de buitenlucht vochtiger, schakel de verneveling dan pas uit als dit weer meer dan een dag aanhoudt.
- Hou de stalpoorten dicht. Door een poort of deur in de stal open te zetten, valt de onderdruk in de stal weg en wordt de ventilatie volledig verstoord. Ook spleten aan deuren of in de stalmuren kunnen een goede luchtstroom in de stal verhinderen.
- Ventilatoren in de stal zorgen voor een goede luchtcirculatie en een koelend effect bij de dieren.
- Met rookproeven kun je de luchtstroom in de stal bekijken en eventueel bijsturen.
- Focus niet enkel op meettoestellen maar observeer ook hoe de dieren zich gedragen. Ervaart het pluimvee de omgeving als te warm, dan zal het hijgen, een trillende beweging ter hoogte van de keel vertonen en de vleugels van het lichaam houden.
- Verminder de bezettingsdichtheid. Dit kan o.a. door vroeger te slachten of meer uit te laden.
- Controleer regelmatig of de dieren voldoende toegang hebben tot zuiver en fris drinkwater. Aan het drinkwater kunnen supplementen zoals vitaminen en mineralen toegevoegd worden.
- Let op de voersamenstelling:
- Compenseer de gedaalde voeropname door vetrijker voer aan te bieden. Bij de vertering van vetstoffen wordt minder lichaamswarmte geproduceerd dan bij de vertering van eiwitten of koolhydraten.
- Bij hittestress raken lichaamscellen beschadigd en worden in het lichaam vrije radicalen geproduceerd. Deze schadelijke stoffen kunnen geneutraliseerd worden door anti-oxidanten toe te voegen aan het voer. Ook andere supplementen zoals vitamines, pro- en prebiotica en aminozuren kunnen een positief effect hebben.
Bron: Naga Raja Kumari K en Narendra Nath D, Ameliorative measures to counter heat stress in poultry, World’s Poultry Science Journal, Vol 74, maart 2018.
Met dank aan Fancom.