078 05 05 23

Sinds half juli zijn er meerdere positieve gevallen gemeld van blauwtong type 3-besmetting bij schapen en runderen in de provincies Antwerpen en Limburg. Vaak zijn bij de aangetaste dieren de typische blauwtongletsels, zoals erosies van de muil, letsels aan de kroonrand en uier, niet duidelijk aanwezig. Ook in de autopsiezaal van DGZ zien we slechts bij een minderheid van de positieve schapen erosies in de muil. Het is dan ook belangrijk om de dieren uiterst aandachtig te onderzoeken op de aanwezigheid van dergelijke letsels. De dierenartsen in onze autopsiezaal melden dat ze wel opvallend vaak zware parasitaire infecties zien bij dieren die positief zijn voor blauwtong, bijvoorbeeld bloedworm en coccidiose.

Waar kun je op letten?

Vanuit het veld worden koorts, oedeem en abortus gemeld bij bevestigde gevallen van blauwtong bij schapen. Positieve runderen vertonen koorts en een duidelijke daling in melkgift.

Vanuit Nederland weten we dat blauwtong type 3 bij runderen ook ergere klinische tekenen kan geven die gelijkaardig kunnen zijn met IBR-symptomen, zoals letsels in de muil, aan de kroonrand of uier en fotosensibilisatie (ook gekend als “zonneslag”). Met de huidige situatie op het vlak van IBR, dat soms ook slechts discrete symptomen kan veroorzaken bij runderen, is het belangrijk in dialoog met de bedrijfsdierenarts de gepaste diagnostische stappen te nemen.

Behandeling zieke schapen en runderen

De behandeling van zieke dieren is toegespitst op het ondersteunen van de dieren en het voorkomen van complicaties.

Geneesmiddelen die de virusinfectie bij schapen en runderen aanpakken, zijn helaas niet beschikbaar. Om de pijn te verzachten en de negatieve effecten van de ontstekingsreactie af te remmen, kan een niet-sferoïdale ontstekingsremmer worden toegediend. Zieke dieren zijn gevoeliger voor zonlicht, dus het is belangrijk om deze dieren beschutting te bieden. Zorg ervoor dat water en smakelijk voedsel altijd binnen het bereik van de zieke dieren is. Indien dieren niet meer zelfstandig kunnen drinken, moet men starten met infuustherapie.

Op basis van de bevindingen uit onze autopsiezaal, is er het vermoeden dat zelfs dieren met milde symptomen gevoeliger zijn voor worminfecties zoals nematoden infecties of coccidiose. Mestonderzoek bij positieve dieren is daarom zeker aangeraden.

Bij ernstige gevallen kunnen kortwerkende corticosteroïden helpen. Bij drachtige dieren dient in de afweging meegenomen te worden dat de kans op abortus zeer groot is. Als er bij ernstig zieke dieren indicaties zijn van secundaire bacteriële infecties, kunnen antibiotica worden ingezet.

Neem actie!

Voor meer informatie over mestonderzoek of andere analyses in het kader van blauwtong, kun je terecht bij je dierenarts of bij DGZ Labo. Bel met een van onze medewerkers op 078 05 05 23 of stuur ons een mailtje: helpdesk@dgz.be.

Bron: Royal GD Nederland