078 05 05 23
Kies je dier
Kies je dier

Wat is blauwtong serotype 3?

Blauwtong is een virale ziekte die voornamelijk schapen en runderen treft, maar ook geiten en kameelachtigen zoals alpaca’s kunnen besmet raken. Serotype 3 is een specifieke variant van het virus die recentelijk is gedetecteerd in onze regio. De ziekte wordt veroorzaakt door steken van knutten (kleine muggen) besmet met het blauwtongvirus. Vaccinatie is de meest aangewezen preventieve maatregel, maar helaas zonder impact als het dier al ziek is vooraleer het wordt gevaccineerd.

Symptomen bij alpaca’s

Alleen bij dieren die ernstig ziek zijn kleurt de tong blauw. Enkele van de meest voorkomende symptomen zijn:

  • Koorts
  • Zwelling van de lippen, tong en mond
  • Letsels op de neus, in de mondholte, aan de kroonrand en spenen
  • Kreupelheid
  • Verminderde eetlust en gewichtsverlies
  • Oedeem
  • Sterfte

Wat kunnen alpacahouders doen?

  1. Vaccinatie: Overleg met jouw dierenarts over de mogelijkheid van vaccinatie tegen blauwtong.
  2. Vectorcontrole: Aangezien blauwtong wordt overgedragen door knutten, kan het verminderen van de blootstelling aan deze insecten helpen om de verspreiding van het virus te beperken. Door je dieren op te stallen tijdens de schemerperioden, kun je het risico op steken enigszins verkleinen want dat zijn de momenten waarop de knutten extra actief zijn. Helaas vormt geen enkele remedie een garantie op succes.
  3. Monitoring en behandeling: Hou je dieren goed in de gaten en contacteer onmiddellijk je dierenarts als dieren symptomen vertonen. Eenmaal dieren besmet zijn, is het belangrijk ze zorgvuldig te behandelen. Aangezien het om een virusinfectie gaat, kunnen alleen ondersteunende medicijnen toegediend worden zoals pijnstillers, ontstekingsremmers, en daarnaast eventueel antibiotica als er ook sprake is van secundaire bacteriële infecties.
  4. Advies van de dierenarts: Op basis van de bevindingen uit onze autopsiezaal, is er het vermoeden dat zelfs dieren met milde symptomen gevoeliger zijn voor worminfecties zoals nematoden infecties of coccidiose. Mestonderzoek bij positieve dieren is daarom zeker aangeraden. Bij ernstige gevallen kunnen kortwerkende corticosteroïden helpen. Bij drachtige dieren dient in de afweging meegenomen te worden dat de kans op abortus zeer groot is. Als er bij ernstig zieke dieren indicaties zijn van secundaire bacteriële infecties, kunnen antibiotica worden ingezet. Vraag jouw dierenarts naar de meest actuele informatie en advies over gepaste preventieve maatregelen en behandelingsopties voor jouw dieren.

Voor meer informatie en advies kun je naast je dierenarts ook terecht bij DGZ (helpdesk@dgz.be of 078 05 05 23).