Besnoitiose in Vlaanderen: rundveesector werkt aan wettelijk kader
Sinds 2019 onderzoekt Veepeiler elk rund dat wordt geïmporteerd uit een land met gekend risico voor besnoitiose (Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal en Zwitserland) op antistoffen voor deze ziekte. Tot nu importeerden 26 Vlaamse beslagen minstens één besmet rund. Vanaf februari 2023 stopt Veepeiler met het bekostigen van deze onderzoeken naar besnoitiose. Omdat dieren bevestigd met besnoitiose een ernstig risico vormen voor de Belgische rundveesector, werkt de sector volop aan een wettelijk kader waarbij aan deze dieren beperkingen zullen worden opgelegd.
Besnoitiose is een zo goed als onbehandelbare, parasitaire ziekte bij rundvee die zware economische gevolgen kan hebben. Hoewel infectie bij de meeste dieren symptoomloos verloopt, kunnen deze dragerdieren de besmetting wel doorgeven. Dat gebeurt via bloedzuigende vliegen, zoals dazen en stalvliegen. Ook het hergebruik van injectienaalden kan de parasiet overbrengen. Een beperkt aantal dieren krijgt wél symptomen gaande van koorts en oedeem, over verhoogde traan- en neusvloei in de acute fase tot een algemene huidontsteking in de chronische fase. Behandeling is quasi niet mogelijk. Lees verder op onze website meer over de ziekte runderbesnoitiose.
Onzichtbare vijand
De ziekte komt meestal het bedrijf binnen door aankoop van symptoomloze dragerdieren. De ziekte duikt in meer en meer landen op. Op dit moment worden binnen Europa de landen Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal en Zwitserland als ‘risicoland’ omschreven. Sinds 2019 onderzocht Veepeiler elk rund dat uit een risicoland werd ingevoerd op antistoffen voor besnoitiose. Tot op vandaag werden er 60 besmette dieren geteld die ingevoerd werden op 26 Vlaamse beslagen (regio’s grafisch weergegeven in figuur 1).
Figuur 1: Geografische spreiding van rundveebeslagen met import uit risicolanden en import van runderen besmet met besnoitiose
Een rund wordt als besmet beschouwd wanneer het positief test op antistoffen voor besnoitiose (ELISA) en als dit resultaat ook nog eens via de Western Blot-techniek bevestigd wordt. Onderstaande grafiek (Figuur 2) geeft de evolutie weer van het percentage van dieren ingevoerd uit een risicoland die besmet blijken te zijn met besnoitiose.
Figuur 2: Evolutie sinds 2019 van percentage en aantal runderen dat in Vlaanderen wordt ingevoerd en besmet blijkt te zijn.
Wettelijk kader
In 2012 kende België het eerste klinische geval dat gelinkt was aan import, en in 2020 voor het eerst een klinisch geval zonder link met invoer.
In België is runderbesnoitiose op vandaag geen wettelijk bestreden ziekte en niet aangifteplichtig. Gezien de evolutie van de laatste jaren en het grote risico dat de ziekte vormt voor de Belgische rundveesector, is opletten de boodschap. Daarom werkt de sector op dit moment aan een wettelijk kader, waarbij beperkingen opgelegd zullen worden aan dieren die bevestigd worden als besmet met besnoitiose.
In de loop van 2023 zal een ministerieel besluit worden uitgevaardigd dat bepaalt dat elke houder die een rund binnenbrengt uit een risicogebied, dit dier moet laten testen. Meer info hierover lees je op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu.
Aangezien besnoitiose een onzichtbare vijand is die zich schuilhoudt bij symptoomloze dragerdieren, is het belangrijk om besmette dieren als de bliksem op te sporen, ze op te stallen en zo snel mogelijk naar het slachthuis af te voeren. Alleen op die manier kun je de rest van je dieren beschermen.
Met vragen over besnoitiose en de aanpak ervan, kun je terecht bij je bedrijfsdierenarts of bij DGZ.