Administratieve verplichtingen voor houders van herten en kameelachtigen
Als houder van herten en/of kameelachtigen heb je enkele administratieve verplichtingen die bij wet zijn vastgelegd. Je moet bv. een register bijhouden van de aanwezige dieren en jaarlijks tellingsgegevens registreren.
Bijhouden van een bedrijfsregister
Na activatie van je beslagnummer ontvang je van DGZ een register waarin je de aanwezige dieren bijhoudt. Voor elke diersoort houd je een afzonderlijk register bij (als je verschillende diersoorten hebt, betekent dit: een register voor schapen, één voor geiten, één voor herten,…).
Elke aankoop, verkoop, identificatie en sterfte vul je binnen de 7 dagen in het register aan.
Het register is opgebouwd uit 3 delen:
- R1: Administratieve gegevens
- R2: 15-decembertelling
- R3: Register dieren gemerkt met 2 plastieken oormerken
Blanco exemplaren van de verschillende delen van het register en de invulinstructie kan je hier downloaden.
Bij dit register bewaar je ook de verplichte verplaatsingsdocumenten van elke aan- of afvoer van dieren, evenals de info/documenten over de toegediende geneesmiddelen.
15-decembertelling
Elk jaar ben je verplicht om tussen 15 en 31 december het aantal aanwezige herten en kameelachtigen te tellen en deze gegevens te registreren vóór 15 januari van het daaropvolgende jaar. DGZ stuurt je elk jaar een herinnering om deel te nemen aan de telling, per mail of per post. (Opgelet: voor de kameelachtigen zal dit pas in december 2025 een eerste maal mogelijk zijn).
De tellinggegevens registreer je zelf via Veeportaal (handleiding). Als dat niet kan, maak je de gegevens over aan DGZ aan de hand van het document dat je voor de 15/12-telling ontvangen hebt, zodat DGZ deze voor jou kan registreren (je betaalt hiervoor een registratiekost).
De tellingsgegevens vul je ook aan op je register in het deel "R2: 15-decembertelling".
Tip: Wanneer je op het moment van de 15-decembertelling nul dieren doorgeeft, dan wil dit niet zeggen dat je beslag automatisch wordt stopgezet. Ook een beslag zonder dieren kan geregistreerd blijven als actief beslag. Wil je je beslagnummer stopzetten, vink dan het hiertoe bestemde vakje aan op het document van de 15/12-telling.
Voedselketeninformatie (VKI) (niet voor kameelachtigen)
Bij afvoer van herten naar het slachthuis, bezorg je als veehouder de voedselketeninformatie (VKI) aan het slachthuis. Deze VKI-gegevens hebben o.a. betrekking op de gezondheidsstatus van de dieren, de toegediende geneesmiddelen, etc., en worden door de veehouder bijgehouden bij het bedrijfsregister. (Meer info over het gebruik en de administratie van diergeneesmiddelen: zie website FAVV.)
De VKI-informatie kan je overmaken door een ingevuld en ondertekend VKI-etiket te kleven op de achterzijde van de kopie van het verplaatsingsdocument die bestemd is voor het slachthuis.
Deze VKI-etiketten kan je zelf kosteloos afdrukken via Veeportaal. Een andere mogelijkheid is dat je de etiketten bestelt via Veeportaal of via een bestelbon (zie Handleidingen Veeportaal).
Wanneer er bijkomend relevante VKI-informatie te melden is (bv. een recente behandeling met diergeneesmiddelen), vul je ook het VKI-formulier (zie website FAVV) in. Dit formulier bezorg je dan samen met het verplaatsingsdocument aan het slachthuis.
Import of export van dieren
Bij elke import of export van dieren neem je vooraf contact op met de LCE van je provincie. Zij informeren je over de te volgen stappen, eventueel verplichte labo-onderzoeken …
Je vult je bedrijfsregister aan met deze gegevens. De gezondheidscertificaten bewaar je minstens 3 jaar bij je bedrijfsregister.
Binnen de 7 dagen laat je de gegevens door DGZ ook in Sanitel registreren indien een buitenlandse vervoerder het vervoer deed. Je maakt hiervoor een verplaatsingsdocument over. Wanneer een Belgische vervoerder het vervoer deed, is het zijn verantwoordelijkheid om dit te registreren via Veeportaal.
>> Bijkomend voor import
Bij import van dieren uit EU-lidstaten kijk je bij aankomst van het dier na of het over de wettelijk verplichte dubbele oormerken beschikt waarvan er minstens één elektronisch is.
Bij import uit derde landen (= niet EU-landen) meld je de invoer binnen de drie werkdagen aan de helpdesk van DGZ (helpdesk@dgz.be of tel. 078 05 05 23). DGZ hermerkt dan de dieren met nieuwe oormerken die voldoen aan de Belgische regelgeving.
>> Bijkomend voor export
Dieren die uitgevoerd worden, moeten gemerkt worden met een elektronisch oormerk.